donderdag 1 november 2012

Istanbul

We stoomden de 11e september met prachtig weer op vanuit de zee van Marmara. We liepen één van de havenmonden van Istanbul binnen, waar we afmeerden aan de kade van de wijk Galata met uitzicht op de Gouden Hoorn met zijn moskeeën, koepels en minaretten glanzend in de ochtendzon.




Wat een buitengewoon gevoel gaf ons dat en wat waren we dankbaar dat we dit nog mochten mee maken. Al die schepen die langskwamen waren de moeite waard en Sonia en ik stonden in stille bewondering voor dat vele moois dat ons als het ware op een presenteerblaadje werd aangereikt en waarvan we beiden met volle teugen genoten. Wat een geweldige indruk maakten die prachtige moskeeën met de hoog naar boven verheffende minaretten.

We hadden ons ingeschreven voor de excursie Istanbul in de Oudheid; moskeeën en kerken. Deze excursie besloeg een groot gedeelte van de dag en we maakten met een Engelse sprekende gids deze uitstap. We bezochten o.a. een uitgebreid onderaards bekken waar de Romeinen indertijd hun regenwater opvingen. De pilasters staan er nog steeds in het water en er zwemmen zelfs vissen in rond. Er zijn twee stenen hoofden van de godin Medusa. De ene staat op d'r kop
en de ander ligt op haar linker wang.



  We kwamen ook op een groot plein waaraan aan het ene eind zich de Blauwe Moskee verhief, aan de andere zijde stond de Haya Sofia, voorheen een kerk, later tot moskee omgedoopt en nu een museum. Er waren diverse restaurantjes en in een daarvan konden wij onze boterham opeten met voor mij een kopje Turkse koffie. Ook was er achterin nog een toilet aanwezig. Dat mag wel een beetje afbreuk doen aan de beschrijving, maar van dergelijke instellingen had men weinig kaas gegeten en tijdens de hele reis was het, buiten het schip, echt zoeken. Zowel de Blauwe Moskee als de Haya Sophia zijn wereld wonderen maar zij verschillen in betekenis. Waar de Blauwe Moskee een majestueuze eenheid vormt, zowel esthetisch als religieus, (Islam, Ottomaans), is de oude Haya Sofia een mengsel van honderdvijftig jaar historie, bouwkunst, rampen, veroveringen, restauraties en herstel. Er is heel veel te zien en de ruimte is nog steeds indrukwekkend, maar toch overheerst het gevoel van strijd. De prachtige mozaïeken in de nissen zijn slechts het restant van wat ooit oogverblindend moet zij geweest, maar door de kruisvaarders werd vernietigd of geroofd, (zie de San Marco in Venetië), of met veenlaag goudverf werd bedekt om de gelovige moslims niet te kwetsen. We hebben begrepen dat de archeologen verder genoegen nemen met het fotograferen van de voorstellingen dwars door de kalklaag heen. Ze zullen de resterende mozaïeken niet meer blootleggen als ze er al zijn. De Haya Sofia is sinds Ata Turk een museum en alhoewel het dus geen moskee meer is,wordt er met argusogen gekeken naar eventuele ongewenste seculiere ingrepen.
Wij bezochten ook de Romeinse renbaan. Een strekke die zesmaal moest worden afgelegd alvorens de wagenmenner zich kon verzekeren, mits hij de snelste was van een prijs. Die werd hem uitgereikt door de keizer. Dit alles staat gebeiteld in het marmeren voetstuk van de Egyptische zuil van Cleopatra. (zeggen ze). Het is het bovenste deel van een obelisk van de tempel van Karnak die eigenlijk voor Rome bestemd was maar die er nooit is geraakt.

We waren redelijk op tijd terug in ons schip want om kwart over zes zou deze vertrekken en opstomen naar Batumi, de havenstad van Georgië.

We konden nu onze schade inhalen wat betreft de doorvaart over de Bosporus, ook al zon naam met een grote historie.

Je ziet dat de zee van Marmara een breed water is en de Bosporus een nauwe doorgang waar het water afkomstig uit de Zwarte Zee zich doorheen perst, met vreemd genoeg, een zwakke onderstroom in tegengestelde richting en afhankelijk van het seizoen. Drie rivieren monden uit in de Zwarte Zee, de Donau, de Dnjepr en de Don en al dat water wil naar de Middellandse zee. Dat vormt dus een soort trechter waar dat allemaal doorheen moet en wij ook, tegen de stroom in. Op het eerste zicht heb je daar nog niet zon last van. De wind wakkert aan en de golven idem dito. Mooie plaatjes met wit schuim op de toppen.

We hadden zelfs nog een voordracht van Midas Dekkers die ging over Grenzen opzoeken. Een toepasselijke titel bleek alras. Je ging al wel heen en weer en met het opzoeken van de hut moest je je wel vasthouden aan de trapleuning of aan de stangen die daarvoor expres aan de gangen waren vastgezet. Het gelukte ons wonderwel om onze hut te bereiken. Deels omdat ons dek, dek 6 tussen dek 5 en dek 7 ligt. Dat had een ander ook wel kunnen verzinnen, maar op dek 5 werden alle lezingen gehouden en op dek 7 was het zonneterras en het lopend buffet voor alle maaltijden. We waren dus zonder kleerscheuren in de hut aangekomen, kleden ons zwaaiend uit en gingen naar bed. Kom, dacht ik nog in mijn naïviteit, ik heb goed gegeten en mij kan dus niets overkomen. Maar ja, die boot gaat wel met de golven mee, heen en weer dus, maar ook nog eens op en neer en dat tegelijkertijd. Daar kon mijn maag niet tegen en hij liet dat dan na enige tijd ook heftig merken. Ik kon jammer genoeg het toilet niet meer bereiken zodoende Sonia met de narigheid achter latend, want ik was niet meer van deze wereld en lag er als een zoutzak bij. De volgende morgen was alle leed geleden, voor mij dan. Het weer was prachtig, de zee kalm en Sonia nog steeds met slaaptekort, want die had de halve nacht moeten dweilen en opruimen. Ze was ook bijzonder uit haar hum, wat wel te begrijpen was.

Gelukkig waren er nog meer zeezieken geweest zodat we enigszins de narigheid van de vorige nacht konden delen.

Geen opmerkingen: