Hamburg

Op 27 maart zijn wij met een comfortabele bus en vele andere reizigers vertrokken naar Hamburg en de Lüneburger Heide. Een mooie uitstap die werd aangeprezen in het Stadsblad. Dat is het aardige van het ouder worden. De gemeente Amsterdam doet veel voor de gepensioneerden en dus nu vier dagen naar Duitsland. Hotel en ontbijt en diner bij de prijs inbegrepen. Er waren enkele extra evenementen waarvoor wij slechts een luttel bedrag hoefden neer te tellen. Zo hebben we een toer door Hamburg gemaakt met een Hollands sprekende gids. Drie uur in de bus en tal van wetenswaardigheden. Er werd een bingo avond georganiseerd, die wij echter niet mee beleefd hebben, maar wel weer een soort boottocht, waarbij wij in een waterbak gelift werden naar een hogere rivier en natuurlijk het afscheidsdiner.
Hotel Holst was onze uitvalsbasis voor die dagen. Een redelijk hotel met een zwembad en goed degelijk eten. “Schweinenfleisch und Knödeln“. Het hotel staat in een landelijke omgeving, omringd door mooie grote huizen met verzorgde traditionele details zoals vakwerk en windvanen. Sommige huizen hadden aan de zuidkant op het dak enige zonnepanelen.
De volgende dag reden we naar Hamburg, 20 km verderop. Hamburg heeft een enorme haven met veel containervervoer. De stad ligt aan de Alster, een zijrivier van de Elbe. Er bestaat een Binnen-Alster, die eruit ziet als een binnen de stad gelegen meer, maar waarbinnen de rivier de Alster verder loopt, evenals een Buiten-Alster met schitterende 19de-eeuwse villa’s. Door de oorlogsbeschadigingen die de historische binnenstad heeft opgelopen is de bebouwing zeer gevarieerd, in allerlei stijlen, maar men heeft hoogbouw weten te voorkomen.
We zagen prachtige smaakvolle winkels en aten een heerlijke maaltijd in een oude brouwerij aan een stadsgracht, natuurlijk met een ferm glas lokaal bier. Om vier uur moesten wij weer verzamelen op het marktplein tegenover het magnifieke stadhuis. Vandaar weer teruggereden naar het hotel alwaar we in onze nieuwe “Badeanzug”, onderweg inderhaast aangeschaft in Osnabruck (prachtige Dom), het zwemwater in togen om onze wekelijkse oefening te onderhouden.
De dag daarop hadden we een uitstap naar de Lüneburger Heide, met wandeling. Een gebied vol bossen, heide en grasland dat zich 180 km uitstrekt en waarin kleine dorpjes liggen. In het middeleeuwse Lüneburg hielden wij wederom halt om te gaan lunchen. Daarna hadden we de boottocht met de wonderlijke ervaring om in een soort doos, gevuld met water in drie minuten tijd omhoog getransporteerd te worden naar een 40 m. hoger waterniveau. Hele grote schepen, meest gelijkend op Rijnaken en geladen met grint en zand worden op de zelfde wijze omhoog gebracht om hun reis verder te vervolgen. Vandaar terug naar het hotel om, wederom in de tijd die ons nog restte voor het avondeten, nog eens te gaan zwemmen.
De laatste dag vertrok de bus om 8 uur. We bezochten Bad Rothenfelde, een stadje met zoutwallen en een verleden als kuuroord. Er schijnt diep onder deze streek zeewater te zitten. Dit wordt opgepompt en van boven gespuid, langs hoge muren, daarvoor speciaal bekleed met een soort matten. Het zoute water stroomt langs en door de matten daarin het zout achterlatend. Hoe de zoutwinning precies in zijn werk gaat werd ons niet duidelijk omdat het museum tussen de middag gesloten was. Van daar reden we naar Restaurant de Molen in Harskamp waar we ons afscheidsdiner genoten. Hierna vervolgden we onze weg naar Amsterdam, ons vertrekpunt. Het was een reis vol aangename verrassingen en belevenissen.